Huishoudelijk reglement Vlaamse Ruitersport Federatie vzw (V.R.F.)
De vzw Vlaamse Ruitersport Federatie wordt hierna afgekort door VRF.
Niet alle gevallen kunnen voorzien worden in het reglement.
Ingeval van overmacht of ingeval van uitzonderlijke omstandigheden behoort het aan de terreinjury of aan het bestuur van de VRF om een beslissing te nemen in de geest van
sportiviteit, waarvan de geest van de geldende reglementen zo nauw mogelijk moet worden benaderd.
Het administratieve secretariaat van het VRF is gevestigd in de Van Steenestraat 68– te 8310 Assebroek.
Hoofdstuk 1. Reglementen :
1.1. Door uw aansluiting en deelname bij de VRF verbindt U zich ertoe de verschillende clausules zoals die van toepassing zijn in ons reglement te respecteren en na te leven.
1.2. Het huishoudelijk reglement wordt opgesteld om het de deelnemers, zowel individueel als per ploeg , uit de diverse clubs, maneges en groeperingen mogelijk te maken om elkaar tijdens wedstrijden te ontmoeten in dezelfde omstandigheden van gelijkheid, onpartijdigheid en sportiviteit.
In geval van twijfel over de betekenis die aan eender welk reglement moet worden gegeven, moet deze duidelijk gebeuren in een geest van rechtvaardigheid voor alle deelnemers.
1.3. Voornaamheid, respect en sportiviteit.
1.3.1. Ieder geval van slechte behandeling van een paard of pony moet onmiddellijk gemeld worden aan de terreinjury (eventueel aangevuld met getuigenverklaringen), de juryvoorzitter, die hierover in samenspraak met de organisator onmiddellijk een beslissing neemt over het al dan niet starten van deze combinatie.
1.3.2. Enkele omschrijvingen van slechte behandeling van een paard of pony:
– Overdadig gebruik van sporen en het langdurig en hardhandig trekken met bit in de mond van het paard of pony.
– Overdadig slaan van het paard of pony
– Het berijden van een paard of pony dat duidelijk tekenen van uitputting of kreupelheid vertoont.
– Barreren van een paard of pony op het wedstrijdterrein of erbuiten.
– Het overgevoelig maken van eender welk deel van een paard of pony.
– Het gebruik van eender welk toestel dat elektrische ontlading veroorzaakt.
Deze overzichtlijst is uiteraard niet limitatief maar heeft enkel tot doel een illustratie te zijn van het begrip, slechte behandeling van een paard of pony.
1.3.3.De deelnemende ruiters/amazones dienen zich sportief, respectvol en voornaam te gedragen t.o.v. de mededeelnemers, het publiek, de inrichter/organisator en de VRF medewerkers.
1.4. Op de wedstrijddag zelf is de leiding van de wedstrijd in handen van de voorzitter van de jury en een door het bestuur aangeduide vertegenwoordiger. Zij kunnen unaniem een beslissing nemen om het optimale verloop van de wedstrijd te bevorderen en dit steeds in de geest van de reglementen.
1.5. Iedere officiële vergadering van de VRF gebeurt steeds in aanwezigheid van de voorzitter of een der ondervoorzitters van de vereniging of hun gevolmachtigde.
1.6 De programma’s moeten door het bestuur worden opgemaakt.
1.7 Ter plaatse inschrijven is toegestaan.
1.8 Enkel gechipte pony’s en paarden die in orde zijn met de wettelijke richtlijnen en verplichtingen van het Federale Voedselagentschap kunnen deelnemen aan een VRF wedstrijd.
1.9. In de training mogen begeleiders mee in de piste. Voor de training 60/70 cm is een max. tijd van 2 minuten toegelaten per parcours.
Hoofdstuk 2. Wedstrijden en Deelnemers :
Art. 2.1. Inrichtingsvoorwaarden
2.1.1 De VRF wedstrijden zijn deze die vermeld staan in de wedstrijdkalender.
2.1.2 Het begrip wedstrijd heeft betrekking op het geheel van de ontmoeting, gespreid over één of meerdere dagen ingericht onder de organisatorische verantwoordelijkheid van een club. groepering of vereniging.
2.1.3 Iedere club of vereniging is gemachtigd tot het inrichten van een wedstrijd als zij voorzien over de nodige en voldoende accommodatie.
2.1.4 De duur van een wedstrijddag wordt bepaald vanaf één uur voor de aanvang van de eerste proef tot een half uur na de bekendmaking van de laatste uitslag.
2.1.5 Bij het bouwen van het parcours worden de hoogtes altijd gerespecteerd, tenzij dit in het voorprogramma anders vermeld wordt.
2.1.6 De VRF behoudt zich het recht het programma te wijzigen.
2.1.7 De inrichter en de organisator is niet verantwoordelijk voor diefstal of gebeurlijke ongevallen.
Art. 2.2. Kampioenschappen /Showproeven
Voor elk kampioenschap/showproef zal een afzonderlijk reglement op de website verschijnen. Deelname aan Showproeven (met geldprijzen) kan voor iedereen die minstens 5x aan VRF wedstrijden heeft deelgenomen. Dit geldt niet voor de krachtproef te Roeselare , Ter Wanten.
Art. 2.3. Ponyruiters
2.3.1 Deelname aan proeven voor ponyruiters is toegelaten vanaf het begin van het jaar waarin zij de leeftijd van 8 bereiken tot op het einde van het jaar waarin zij de leeftijd van 16 hebben bereikt.
2.3.2 In alle proeven zijn combinatiesprongen toegelaten, ook in de 70 cm. Er wordt wel op toegezien dat hoogtes en afstanden worden gerespecteerd in het parcours.
Hoofdstuk 3. Piste, paddock en wedstrijdverloop:
3.1. Een bidet is toegelaten vanaf 90cm.
3.2. Alle wedstrijden zullen verlopen volgens de VRF reglementering.
3.3. De deelnemende amazones, ruiters en hun gevolg/supporters worden verzocht zich behoorlijk en sportief te gedragen zowel buiten als binnen de ring, zich tevens te houden aan de richtlijnen hen verstrekt door de speaker in opdracht van de jury en afgevaardigden van de VRF.
3.4. De ruiter is verantwoordelijk voor de daden en het gedrag van zijn gevolg, zoals:
groom, trainers, begeleiders, supporters enz. Het dagelijks bestuur kan beslissen en dit enkel bij unanimiteit iemand definitief uit te sluiten voor deelname aan VRF wedstrijden van het lopende seizoen. Het dagelijks bestuur is bevoegd een ruiter de start te weigeren indien deze de goede geest en werking van het VRF verstoord of de reglementen niet naleeft.
3.5. De ruiters worden verzocht zich te schikken naar de richtlijnen van de paddockoverste en zich op tijd klaar te houden voor de start. Zij dienen zich eveneens te houden aan de startvolgorde. Zij kunnen niet meer gewijzigd worden zoals de ruiter het wenst, tenzij de ruiter de toelating krijgt van de juryvoorzitter en telefonisch een half uur voor aanvang van de proef verwittigd werd aan het wedstrijdsecretariaat.
3.6. Ruiters die te laat zijn zonder reden starten achteraan de proef buiten wedstrijd.
3.7. Elke poging tot fraude (bv vervalsing van de identiteit van het paard) zal bestraft worden met een diskwalificatie in de proef en eventuele verdere maatregelen die door het dagelijks bestuur VRF opgelegd zullen worden.
3.8. Een ruiter die aan de start verschijnt met een paard dat niet overeenstemt met de startlijst en die de verandering van paard niet voorafgaandelijk gemeld heeft op het secretariaat voor de aanvang van de proef, zal door de terreinjury buiten wedstrijd geplaatst worden.
3.9. In alle proeven die verreden worden is iedere deelnemer verplicht om de voorzitter van de proef te groeten, tenzij er andere richtlijnen zijn verstrekt. De voorzitter zal iedere aan hem gerichte groet beantwoorden.
3.10. Hindernissen in de paddock dienen gesprongen te worden volgens de aangegeven springrichting.
3.11. Er wordt in de paddock en de piste steeds gesprongen met een veilige ruiterpet. Alle ruiters zijn verplicht tijdens het springen een pet met vastgesnoerde driepuntsveiligheidsdichting te dragen.
3.12. Hoogte van de hindernissen in de paddock is maximaal 10cm hoger dan de hoogte van de proef. Uitzondering zijn de ponyproeven die maximaal dezelfde hoogte hebben als de proef.
3.13. Brutaliteiten en barreren zijn ten strengste verboden en zullen streng bestraft worden.
3.14. Juryleden hebben de bevoegdheid om in de paddock op te treden als steward tijdens de officiële wedstrijden van de VRF.
Hoofdstuk 4. Inschrijvingen en prijzen:
Art. 4.1. Inschrijvingen
4.1.1. Inschrijvingen en betalingen gebeuren ter plaatse, een half uur voor aanvang van elke proef, op het wedstrijdsecretariaat.
4.1.2. Het rijden buiten wedstrijd: de ruiters die buiten wedstrijd rijden, worden niet in aanmerking genomen om het aantal prijzen volgens de regel van 1 op 4 starters te bepalen. De ruiters buiten wedstrijd mogen starten in de barrage, indien het een aangesloten barrage is. Het buiten wedstrijd rijden betekent niet dat men zich ontrekt aan de reglementen.
4.1.3.. Een combinatie mag in 2 opeenvolgende proeven in hoogte starten.
4.1.4. Inschrijvingsgelden : Zie tabel in bijlage.
Art. 4.2. Prijzengelden
4.2.1. Geldprijzen worden in elke rubriek 100% toegekend vanaf 13 startende combinaties binnen wedstrijd, volgens de verdeelsleutel 1 op 4 starters. Bij minder dan 13 startende combinaties wordt 75% toegekend.
4.2.2. Afhaling geldprijzen:
4.2.2.a. In elke proef komen de geklasseerde combinaties in piste. Geld- en naturaprijzen die door deze geklasseerden niet afgehaald worden in de ring te paard zullen door de voorzitter van de jury enkel mits een gegronde reden alsnog na de prijsuitreiking overhandigd worden. In alle andere gevallen worden de prijzen ingehouden.
4.2.2.b. Alle andere prijzen dienen afgehaald te worden op de wedstrijd zelf, ten laatste 30 minuten na het beëindigen van de laatste proef.
4.2.2.c. Niet afgehaalde prijzen kunnen niet opgevraagd worden op andere wedstrijden.
4.2.2.d. De ruiters die in piste hun prijzen afhalen, zijn altijd in volledig en correct ruiteruniform. Het zomeruniform kan van toepassing zijn tijdens de prijsuitreiking na beslissing door de voorzitter van de jury.
4.2.3. Prijzengelden zie bijlage.
Hoofdstuk 5. Kledij en optoming:
Art. 5.1 Kledij
5.1.1. Alle deelnemers rijden om het even waar met hun ruiterpet met vastgesnoerde driepunt veiligheidsaanhechting.
5.1.2. Ruiters moeten een verzorgde kledij dragen die voldoet aan de officiële reglementen.
5.1.3 Bij regen kan het dragen van een regenjas door de voorzitter van de jury toegelaten worden.
5.1.4. De verkenning van de piste dient te gebeuren in correcte kledij en volgens de op dat ogenblik geldende kledijafspraken. In ieder geval is het dragen van rijlaarzen, rijvest, overhemd met witte das en de ruiterpet verplicht.
5.1.5. Bij zomerweer kan de voorzitter van de jury beslissen het zomeruniform toe te laten. Dit zomeruniform bestaat uit rijlaarzen, wit of lichtgekleurd overhemd met korte of lange mouwen en met witte das en ruiterpet.
5.1.6. Alle uitzonderingen op deze kledijregels kunnen enkel toegestaan worden door de voorzitter van de jury.
5.1.7. Protocol : moet steeds in perfecte kledij, ongeacht de weersomstandigheden, tenzij de voorzitter van de jury anders beslist.
Art. 5.2 Optoming
5.2.1. Reglement VRF
5.2.2. Publicitaire vermeldingen : Het gebruik van zadeldoeken met publiciteit is toegelaten. Het gebruik van showdekens tijdens de prijsuitreiking is verboden, tenzij zij deel uitmaken van de te winnen prijzen.
Hoofdstuk 6. Paarden:
Art 6.1.Paarden
6.1.1. Om deel te nemen aan een springwedstrijd met een paard of pony moet die minstens vier jaar oud zijn in het lopende jaar. De inenting tegen paardengriep en rhinopheumonie is verplicht voor alle paarden en pony’s. De deelnemer moet ten allen tijde het inentingsbewijs kunnen voorleggen op straffe van startverbod. Ieder eigenaar en/of ruiter is verplicht zijn paard of pony aan een dopingcontrole te onderwerpen, ook al is deze controle niet vooraf kenbaar gemaakt.
6.1.2 Een manege paard/pony mag starten met verschillende ruiters, de trainingsproef niet meegerekend. In de training mogen begeleiders mee in de piste. Voor de training 60/70 cm is een max. toegelaten tijd van 2 minuten per parcours.
6.1.3. Een paard/pony moet zijn officiële naam behouden met uitzondering van een commercieel toevoegsel (mits betaling van de rechten). Uitzondering is mogelijk voor speciaal soort wedstrijden indien expliciet vermeld in het reglement van deze wedstrijden.
6.1.4. Ten allen tijde kunnen controles o.a. op identiteit en/of doping worden uitgevoerd.
Hoofdstuk 7. Officiëlen:
Art. 7.1
7.1.1. De officiëlen zijn de gasten van de organisatie. Onkostenvergoedingen zijn ten laste van de VRF.
Volgende taken worden uitgevoerd door de aangeduide officiëlen : voorzitter van de jury, juryleden, elektronische tijdopnamen, jurysecretariaat, speaker, parcoursbouwer, steward, paddockomroeper en wedstrijdsecretariaat. De opsomming is van toepassing bij een wedstrijd op 1 piste. Bij wedstrijden op meer dan 1 piste kunnen hier taken aan toegevoegd worden.
7.1.2. De voorzitter van de terreinjury is in het algemeen verantwoordelijk voor de goede gang van zaken op de wedstrijd en is verantwoordelijk voor de taakverdeling tussen zijn officiëlen. De voorzitter moet er persoonlijk zorg voor dragen dat alle officiële documenten tijdig ter zijner beschikking worden gesteld. Na afloop van de wedstrijd zorgt hij ervoor dat alle documenten tijdig aan het secretariaat VRF worden terugbezorgd. De juryleden en de voorzitter van de terreinjury moeten één uur voor aanvang van de wedstrijden aanwezig zijn en blijven tot een half uur na het bekendmaken van de uitslag van de laatste proef.
7.1.3. De parcoursbouwer wordt in samenspraak met de VRF aangesteld. De taken van de parcoursbouwer worden vastgelegd door het VRF reglement.
7.1.4. Andere officiëlen, de speaker: het is de taak van de speaker om de wedstrijd te animeren. Zijn uitspraken zijn niet bindend zolang deze niet bekrachtigd worden door de jury.
7.1.5. De tijdsopname: het is verplicht een elektronische tijdsopname te gebruiken. Deze wordt beschikbaar gesteld door de VRF. Ook de bediening wordt verzorgd door VRF medewerkers. Ingeval van meerdere pistes zorgt de inrichter voor bijkomende installatie(s) ter zijner laste. Het wedstrijdsecretariaat: dit secretariaat zal instaan voor de startlijsten, de uitslagen, afrekeningen, regelmatigheidscriteria, persmededelingen.
7.1.6.De juryvoorzitter kan ten alle tijden een combinatie weigeren voor een bepaalde proef. Bv. een combinatie die in een te lage proef start.
Hoofdstuk 8. Juridische procedure:
Alle sancties genomen ten opzichte van de ruiters kunnen aan alle leden kenbaar gemaakt worden.
Klachten omtrent het verloop van een proef, omtrent genomen beslissingen of uitslagen dienen schriftelijk gedaan te worden samen met de borgsom van 50 €. bij de voorzitter van de jury, en dit ten laatste een half uur na het bekendmaken van de uitslag van de laatste proef van de dag. Na deze tijd zijn alle genomen beslissingen definitief.
Het huishoudelijk reglement kan in de loop van het seizoen door de Raad van Bestuur gewijzigd worden.