De “RELAIS” en “RIDE & BIKE”
1. Algemeen
1.1 Deze proeven worden verreden met ploegen van twee. Zij komen samen in piste.
1.2 De omloop van het plan moet achtereenvolgens door alle leden van de ploeg afgelegd worden.
1.3 De deelnemer die door de startlijn gaat moet de eerste hindernis springen en de deelnemer die de laatste hindernis springt moet de finishlijn in de goede richting overschrijden om de tijd te doen stoppen. Indien een deelnemer de finishlijn overschrijdt nadat een andere deelnemer de voorlaatste hindernis heeft gesprongen, dan wordt de ploeg uitgesloten.
1.4 De tijd van de omloop wordt genomen vanaf het ogenblik dat de eerste deelnemer de startlijn overschrijdt tot de laatste deelnemer van de ploeg de finishlijn heeft overschreden.
1.5 De toegelaten tijd wordt berekend op de snelheid van de proef en de lengte van de omloop.
1.6 Indien er tijdens de omloop weigeringen zijn met omverwerpen of verplaatsen van de hindernis, zullen de tijdcorrecties toegevoegd worden aan de totaaltijd voor de volledige omloop.
1.7 De uitsluiting van een lid van de ploeg betekent de uitsluiting van de volledige ploeg.
1.8 De tweede weigering van eender welk lid van de ploeg of de val van een deelnemer betekenen de uitsluiting van de ganse ploeg.
1.9 De ploeg wordt uitgesloten indien bij het wisselen, de deelnemer begint met het springen van een hindernis voor de voorvoet van het paard van zijn ploegmaat de grond heeft geraakt.
2. Relais 85 cm
2.1 De hoogte van de hindernissen variëren tussen de 80 cm en 90 cm.
2.2 In deze proef springt de eerste deelnemer zijn omloop en van zodra hij zijn laatste hindernis heeft gesprongen start de volgende deelnemer.
2.3 Vanaf het ogenblik dat de voorvoeten van het paard van zijn teamgenoot die zijn laatste hindernis springt de grond raakt, mag de volgende deelnemer zijn eerste hindernis springen.
2.4 Deze proef wordt verreden volgens Barema C.